De zestiende Conferentie van de Verenigde Naties over biodiversiteit is op 21 oktober geopend in Cali, Colombia. Bijna 200 landen zijn samengekomen om de strijd tegen de achteruitgang van soorten te bespreken.
De conferentie vindt om de twee jaar plaats en wordt beschouwd als ’s werelds belangrijkste evenement voor het behoud van biodiversiteit. Het doel is om de achteruitgang van ecosystemen een halt toe te roepen in een tijd waarin een miljoen soorten met uitsterven worden bedreigd.
COP16, de “COP van de mensen”
De COP16 van dit jaar wordt de “COP van de Mensen” genoemd omdat ze nadruk legt op de rol van de lokale bevolking bij het behoud van de natuur.
De rol van inheemse volken in milieubehoud is belangrijk, omdat zij landrechten beheren of hebben over meer dan een kwart van het landoppervlak van de planeet.
Tijdens COP16 zullen de onderhandelaars de oprichting bespreken van een hulporgaan om de deelname van deze inheemse volken aan het Verdrag inzake Biologische Diversiteit te versterken.
VN-chef roept op tot “vrede met de natuur”
Secretaris-Generaal António Guterres drong er bij de delegaties van de 196 aanwezige landen op aan om “vrede te sluiten met de natuur” en een plan op te stellen om het verlies van habitats een halt toe te roepen, bedreigde soorten te redden en “de kostbare ecosystemen van onze planeet te behouden”.
Uw taak op deze COP,” vervolgde de VN-chef, ”is om woorden om te zetten in daden. Dat betekent dat landen duidelijke plannen moeten voorleggen die nationale acties afstemmen op alle doelstellingen van het raamwerk”.
Het raamwerk in kwestie is het Kunming-Montreal Biodiversiteitsakkoord van 2022. Dat bevat 23 innovatieve doelen om de natuurlijke wereld te beschermen, met 2030 als deadline. Het akkoord stelt concrete maatregelen vast om het verlies aan natuur een halt toe te roepen en om te buigen, met name door tegen 2030 30% van de planeet en 30% van de aangetaste ecosystemen te beschermen. COP16 is het moment om de balans op te maken van waar landen staan.
Beloften van 2022 nakomen…
“Slechts 20% van de landen hebben hun nationale plannen ingediend twee jaar na COP15, toen het wereldwijde kader werd aangenomen. We hopen dat tijdens COP16 in Cali veel landen hun nationale plannen zullen voorstellen of dat heel binnenkort zullen doen”, zegt de voormalige Colombiaanse milieuminister Manuel Rodríguez Becerra. Ze heeft het over een “mislukking die we moeten erkennen”, daarom is belangrijk om vooruitgang te boeken met het systeem dat de “gestelde doelen moet monitoren”.
Becerra riep ook op om “het tekort aan middelen dat momenteel beschikbaar is aan te vullen: namelijk 200 miljard dollar in vergelijking met de 700 miljard dollar die nodig zijn”.
Susan Gardner, directeur van de afdeling Ecosystemen van het VN-Milieuprogramma (UNEP), stelt dat het gebrek aan concrete actie en de voortdurende achteruitgang van het milieu “armoede aanwakkert, mensen op de vlucht jaagt en conflicten veroorzaakt”.
“Financiering is essentieel voor het succes van het wereldwijde biodiversiteitskader”, voegde ze eraan toe. “Zonder financiering zullen we stil blijven staan terwijl we tevergeefs proberen om weer op het goede spoor te komen”, besloot ze.
Meer info: